Doel van de vrijmetselarij

De Vrijmetselarij heeft als doel een voorafschaduwing te zijn van de ideale samenleving, gebaseerd op Vrijheid, Gelijkheid en Broederlijkheid. Zij streeft naar een wereld van tolerantie en vrijheid. Zij aanvaardt geen enkel dogma en roept er ook geen uit.

Om de Vrijmetselaar in staat te stellen zichzelf beter te leren kennen, zichzelf te vervolmaken wat hem moet toelaten  op harmonieuze manier bij te dragen tot de sociale vooruitgang – in de Loge, in de buitenwereld – biedt de Loge hem de toegang tot de maçonnieke traditie van riten, rituelen en symbolen.

Door mannen en/of vrouwen van alle origine te verenigen, biedt zij wie er de aanleg en de wil voor heeft de mogelijkheid zichzelf te verbeteren.

De individuele, spirituele en morele ontwikkeling van de vrijmetselaar is onontbeerlijk voor de uitstraling die zijn overwegingen en zijn handelingen op de samenleving kunnen hebben. Op deze wijze zoekt elke vrijmetselaar het ware, het goede en het schone.

Inwijdingsgenootschap

De aanvaardingsplechtigheid in de Vrijmetselarij is een inwijding. Inwijding en maçonnieke arbeid zijn voor alles een persoonlijke ervaring en daardoor ook niet mededeelbaar.

De inwijding steunt op een symbolische taal in zingevende rituelen en op het vrij onderzoek. Beide maken het mogelijk dieper door te dringen in de kennis van zichzelf en de anderen.

Ideeëngenootschap

Als emanatie van de vrije gedachte uit de eeuw van de Verlichting, stelt de Vrijmetselarij geen grenzen aan het zoeken naar waarheid en waarborgt zij aan al haar leden de volledige vrijheid van denken en overtuiging. Dit weerspiegelt zich in de thema’s  waarrond gearbeid wordt. Om die reden zet zij zich in voor de verdediging van de vrijheid van denken, spreken en handelen van individuen en groepen die de fundamentele beginselen van democratie en solidariteit ondersteunen.

Solidair en filantropisch genootschap

Het beoefenen van de broederlijkheid ten aanzien van alle mensen is een van de pijlers van de Vrijmetselarij. Vrijmetselaars achten het dan ook hun plicht om de filantropie en de solidariteit in de meest uitgebreide zin te beoefenen.

Open en tolerant genootschap

De vrijmetselaar staat open voor de waarheid van de ander ; dit maakt het mogelijk om binnen de loge over alle aspecten van het menselijk bestaan en de rechten van het individu te praten.

De constituties van Anderson uit 1723, een van de grondslagen van de Vrijmetselarij, stellen: ”De Vrijmetselaars verbinden zich enkel tot die religie waarover alle mensen het eens zijn, hun  eigen mening voor zich zelf latend, dat is: vrije en eerlijke mannen, goed en van goede trouw,  los van denominatie of geloof, waardoor zij zich verder kunnen onderscheiden.

Zo wordt de Vrijmetselarij het « Centrum van Eenheid » met de mogelijkheid om een oprechte vriendschap aan te knopen tussen mensen die anders voor altijd van elkaar gescheiden zouden zijn gebleven.”

Hieruit groeit een ware vriendschap los van de titels, functies, filosofische overtuigingen of beroepen uit de buitenwereld. Voor de vrijmetselaar zijn inderdaad niet iemands beroep of ambt belangrijk, maar wel de wijze waarop hij die uitoefent of bekleedt.

Discreet karakter

De arbeid en de gesprekken in en de samenstelling van de loges is discreet.  Die staat garant voor een vrije en ongedwongen dialoog en communicatie.

Deze discretie steunt op het grondwettelijk en democratisch recht van vrijheid van vereniging en op het recht op een privéleven.

Organisatie van de Vrijmetselarij

In haar huidige organisatievorm is de Vrijmetselarij ingebed in de Renaissance en dateert zij uit de 18de eeuw, de eeuw van de Verlichting.

Er zijn maçonnieke Loges in tal van steden van het land aanwezig.

Er zijn verscheidene manieren om je kennis en ervaring in te brengen en gezamenlijk te arbeiden aan de intellectuele en morele vervolmaking van de Mensheid.  Daarom heeft de Vrijmetselarij in een veranderende wereld ook verschillende verschijningsvormen aangenomen.  Deze verschijningsvormen zijn de obediënties: zij verenigen Loges met soortgelijke kenmerken.