De ordegrondwet.
Het Grootoosten van België is formeel een federatie, de facto een federatie van vrij en soevereine loges. De structuur ademt de democratische geest eigen aan de Obediëntie.
De vergadering van het Grootoosten, of het Grootoosten, bestaat uit afgevaardigden van de loges en de leden van het hoofdbestuur of administratieve commissie. Zij is het soeverein orgaan van de obediëntie.
Het Grootcollege bestaat uit de Voorzittend Meesters van de loges en de leden van het hoofdbestuur, de administratieve commissie. Dit college heeft bevoegdheden vergelijkbaar met een raad van bestuur.
Het dagelijks bestuur is toevertrouwd aan een hoofdbestuur, de administratieve commissie. Naast dat dagelijks bestuur staat de administratieve commissie ook in voor de coördinatie onder de Loges en de vertegenwoordiging bij andere obediënties in België of het buitenland.
De werking van deze organen wordt geregeld door de Statuten en Reglementen gekend en aanvaard door alle leden.
Hoekstenen van deze statuten zijn het initiatiek karakter van de Orde, de vrijheid van geweten, de tolerantie en het respect voor minderheden, de wil te verenigen wat anders gescheiden zou blijven, het streven naar vooruitgang.
Naar buiten ziet het Grootoosten het als een plicht en een eer de fundamentele verzuchtingen van de mensen naar vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid te verdedigen los van alle mogelijke bedreigingen of beperkingen.
Enkele artikelen uit de ordegrondwet:
Artikel 1. – De Vrijmetselarij, een initiërende en progressieve, kosmopolitische en vooruitstrevende instelling, beoogt het zoeken naar waarheid en vervolmaking van de mensheid.
Zij steunt op vrijheid, verdraagzaamheid en vrij onderzoek; zij aanvaardt geen enkel dogma en roept er ook geen in.
De maçonnieke Werkzaamheden voltrekken zich in de besloten tempel, enmaken daarbij gebruik van de symbolische methode. Deze werkwijze laat aan de Vrijmetselaar een vrije interpretatie van de symbolen toe.
Het Grootoosten van België, mannelijke Obediëntie, schakel in de universele Vrijmetselarij, verlangt van diegene die zich voor Inwijding aanmeldt, dat hij een eerlijk man is en dat hij de maçonnieke beginselen kan begrijpen en uitdragen.
Het eist van zijn leden oprechtheid in hun overtuiging, het verlangen om te leren en toewijding.
Het is een vereniging van rechtschapen en vrije mannen die, verbonden door gevoelens van vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, individueel en gezamenlijk ijveren voor maatschappelijke vooruitgang, en die aldus de liefdadigheid beoefenen in de ruimste zin van het woord.
Artikel 2. – Het Grootoosten van België bestaat uit Vrijmetselaren in Loges verenigd.
Het Grootoosten van België is enkel bevoegd voor de graden van Leerling, Gezel en Meester.
Artikel 3. – Het Grootoosten van België is een federatie van soevereine Loges, die zich onder zijn Obediëntie hebben geplaatst en die er de bevoegdheden over de symbolische Vrijmetselarij aan hebben overgedragen.
Artikel 4. – Het Grootoosten erkent enkel als regelmatige Loges van
zijn Obediëntie de Loges die het heeft opgericht of uitdrukkelijk
heeft aangenomen.